Bij wiskunde leer je werken met getallen, variabelen, vlakke en ruimtelijke figuren, grafieken, formules, vergelijkingen, kansen en diagrammen. Maar bij de wiskunde van Universalis is er ook veel aandacht voor de vele contexten waarbinnen het vak een cruciale rol speelt, denk daarbij aan de verbanden binnen de natuur, economische toepassingen en de geschiedenis. Deze kennis pas je ook toe in de praktijk: er speurtochten georganiseerd, je gaat aan de slag met het ontwerpen van een appartementencomplex en je verdiept je in meetkundige componenten bij lenzen en spiegels in een ruimtevaartproject. Zo krijg je de ruimte om van elkaar te leren. 

Bij leergebied Nederlands komen, naast alle facetten van de Nederlandse taal, ook onderdelen van bijna alle vakken aan de orde. Je leert bijvoorbeeld teksten lezen die gaan over een thema van een ander leergebied en word je uitgedaagd om te presenteren. Daarnaast stimuleren we jou bij Nederlands om na te denken over jouw eigen karakter en identiteit.  

In leergebied aarde en wereld komen elementen van de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, economie, godsdienst en filosofie met elkaar samen. Zo starten we met het thema bronnen en het ontstaan van de mens. Er is aandacht voor de evolutie van de mens en de bronnen die van de eerste mensachtigen beschikbaar zijn. Daarna zoomen we in op de vraag: hoe kiezen mensen hun woonplaats? En leer je bijvoorbeeld over de rol van de aarde als archief. 

Vanaf de brugklas worden de vier moderne vreemde talen, zowel grammaticaal als thematisch, aangeboden: Engels, Frans, Duits en Spaans. We beginnen met het leren van de eerste behoeften als je in een andere taal wilt communiceren: jezelf voorstellen, vertellen over je familie, je huis en je school. Daarna denk je na over de vraag: “Wat heb je nodig als je je wilt redden in een land waar ze die taal spreken?”. Je bent in de les bezig met het toepassen van de taal, maar je leert ook over de cultuur en geschiedenis van het land. Dit doen we onder andere doormiddel van vakoverstijgende projecten en opdrachten. 

Dit leergebied bestaat uit de vakken film, tekenen en muziek. We leggen in multimedia de nadruk op bewustwording van de beeldtaal in de wereld om ons heen. In de brugklas zijn kleur, vorm en compositie belangrijke onderwerpen, die zowel in beeld, muziek en film terugkomen. Door deze drie vakken als een leergebied aan te bieden, leer je op verschillende manieren waar te nemen en dit om te zetten naar creatieve producten. 

Bij bèta komen elementen van biologie, techniek, scheikunde, natuurkunde en wiskunde samen. Het uitgangspunt van dit leergebied is het doen van onderzoek, waarbij je jezelf steeds een vraag stelt. In de brugklas heeft die vraag een biologische en technische invalshoek. Denk bijvoorbeeld aan vragen als: Hoe neem je waar? Hoe nemen andere organismen waar? Hoe leg je waarnemingen vast? Ook is er aandacht voor hoe mensen, dieren en planten met elkaar samenleven. In het tweede en derde jaar leer je vooral over technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen. Je gaat dan onderzoeksvragen formuleren, onderzoeken uitvoeren én de uitkomsten presenteren. 

Sport, ook wel lichamelijke opvoeding genoemd, geven we volgens het Athletic Skills Model. Dit model heeft als doel om van jonge mensen veelzijdige en goede bewegers te maken, zodat zij kunnen uitgroeien tot goede atleten. Je leert bij leergebied sport vaardigheden om goed te kunnen bewegen, zoals rennen, klimmen, springen, vangen en balanceren. Deze vaardigheden vormen namelijk de basis voor een goede ontwikkeling van de motoriek en zijn een vorm van fysieke intelligentie.