Natuurkunde is één van de natuurwetenschappen, net als biologie en scheikunde. Kort gezegd gaat biologie over levende organismen, scheikunde over de samenstelling van stoffen, en natuurkunde over meer algemene eigenschappen en gedrag van materie en energie. Deze wetenschappen hebben op allerlei manieren met elkaar te maken. In levende wezens vinden scheikundige omzettingen plaats. Scheikundige processen, zoals de verbranding van benzine zorgen ervoor dat machines krachten kunnen uitoefenen enzovoort. Ook in het wetenschappelijk onderzoek hebben deze vakken voortdurend met elkaar te maken.

Technisch
Maar op school zijn het aparte vakken, en dat heeft ook een duidelijke reden: je kunt nu eenmaal niet alles tegelijk doen. Op het HLZ wordt natuurkunde gegeven vanaf de eerste klas eerst samen met het vak techniek: TECHNA heet het dan. Je werkt dan aan technische projecten (je maakt bijvoorbeeld een microscoop) en leert ook wat theorie eromheen, vaak op een manier zodat het met elkaar te maken heeft. Vanaf de derde klas wordt het alleen natuurkunde, dat is nodig om je goed voor te bereiden op het wel of niet kiezen van een profiel met natuurkunde, in de vierde klas en hoger.
Toepassing
In de vierde, vijfde en zesde klas is natuurkunde een vak waarin allerlei onderwerpen aan de orde komen, van krachten, licht en energie tot sterrenkunde en kennis van het heelal. Waarschijnlijk kom je dan tot de ontdekking dat veel dingen anders werken dan je dacht, en ook dat het wel handig is om je wiskunde goed bij te houden waardoor je alles beter begrijpt en uit kan rekenen. Natuurkunde is belangrijk voor allerlei beroepen die met wetenschap en techniek te maken hebben, van architect tot ingenieur en van arts tot astronoom.
