Tel: (020) 662 7983  |  Brahmsstraat 7, 1077 HE Amsterdam  |  Contact  |     Magister leerlingen   |     Magister leraren

Universalis

Bij Universalis leiden we op tot kritische en creatieve denkers die goed voorbereid zijn op een universitaire studie.

Wat is Universalis?

Het Universalis-onderwijs is ontwikkeld voor de eerste drie jaar van de middelbare school en stimuleert niet alleen de groei in kennis, maar ook in talent, creativiteit, eigenheid, samenwerking en verantwoordelijkheid. Leerlingen worden uitgedaagd om zich breder te ontwikkelen door over grenzen heen te (leren) denken en veel zelf te onderzoeken. 

Voor wie is Universalis?

Leerlingen met een vwo-advies kunnen kiezen voor het Universalis. Dit onderwijs is speciaal ontwikkeld voor ambitieuze vwo+ leerlingen, die het leuk vinden om te leren en uit zichzelf gemotiveerd zijn om dingen op te pakken.

Leergebieden in plaats van vakken

Ons Universalis-onderwijs kent zeven leergebieden waarbinnen de traditionele vakken zijn samengevoegd: Sport, Nederlands, Wiskunde, Aarde & Wereld, Bèta, Moderne Vreemde Talen en Multimedia. De samenhang tussen verschillende vakgebieden leren kennen, stelt leerlingen in staat om de wereld als geheel beter te begrijpen. Wereldwijde problemen zoals klimaatverandering en armoede vragen bijvoorbeeld om een brede visie.

👇 Meer informatie over de leergebieden vindt u in het uitklapmenu hieronder.

Leergebieden:

Bij wiskunde leren de leerlingen over het werken met getallen, variabelen, vlakke en ruimtelijke figuren, grafieken, formules, vergelijkingen, kansen, diagrammen en meer. Maar binnen Universalis is er ook veel aandacht voor de vele contexten waarbinnen wiskunde een cruciale rol speelt.

Wiskunde is onontbeerlijk om allerlei verbanden binnen de natuur te leren begrijpen, is de basis van tal van economische toepassingen, heeft vele kunstzinnig elementen en heeft een boeiende geschiedenis. Daarmee mogen de leerlingen voorbij het ritme van ‘sommen maken’ streven en krijgen zij de ruimte om toepassingen voor opdrachtgevers te onderzoeken en creatief te presenteren wat ze ontdekken.

Gedurende het schooljaar ondernemen leerlingen in wisselende projectgroepen een speurtocht naar wiskundige kennis, uiteraard begeleid door de docent. Zo mogen leerlingen bijvoorbeeld hun verworven kennis inzetten bij het ontwerpen van een appartementencomplex voor een te bebouwen kavel en worden zij uitgedaagd zich te verdiepen in meetkundige componenten bij lenzen en spiegels in een ruimtevaartproject. Daarmee krijgen leerlingen ruimte om kritisch te leren nadenken over wat ze ontdekken. Ze leren van elkaar, door elkaar uit te leggen wat ze geleerd en begrepen hebben.

Bij Nederlands komen elementen van bijna alle vakken aan de orde. In de eerste plaats heeft het de taak op zich genomen om de leerlingen de presentatievormen aan te leren die bij de andere leergebieden nodig zijn. Ten tweede worden bij Nederlands regelmatig teksten gelezen die gaan over een thema van een ander leergebied. Bovendien leren we de leerlingen samen met filosofie na te denken over hun eigen karakter en dat van personages in boeken, of over de stad waarin ze wonen en de wereld waarin ze leven.

In het vak Aarde en Wereld komen elementen van de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, economie, mondiale bewustwording, godsdienst en filosofie met elkaar samen. Bij AeW veranderen we het schaalniveau (ruimte) om andere dingen te kunnen zien. We overzien de geschiedenis, zetten de tijd stil en kijken terug. We schakelen veelvuldig tussen het perspectief van individu en groep, van Aarde en wereld, van mening en feit, van geloof en wetenschap.

We starten bij AeW bijvoorbeeld met het thema ‘bronnen’ en het ontstaan van de mens. Er is dan aandacht voor de evolutie van de mens en de bronnen die van de eerste mensachtigen beschikbaar zijn. Vervolgens rijst de vraag hoe mensen hun vestigingsplaats kiezen. Ook komt de rol van de Aarde als archief aan de orde. Regelmatig wisselen de historische invalshoeken en de aardrijkskundige componenten elkaar af, maar beiden worden als één samenhangend geheel aangeboden.

In Universalis onderwijs worden meteen vanaf het eerste leerjaar 4 Moderne Vreemde Talen (Engels, Frans, Duits en Spaans) aangeboden. Zowel thematisch als ook grammaticaal wordt de lesstof behandeld. In de opbouw van het curriculum gaan we uit van de eerste behoeften als je in een andere taal wilt communiceren: jezelf voorstellen, vertellen over je familie, je huis en je school. Vervolgens denken leerlingen na over de vraag: “Wat heb je nodig als je je wilt redden in een land waar ze die taal spreken?”.

In de lessen zullen we zoveel mogelijk de doeltaal spreken. Leerlingen zijn in de les vooral bezig met het toepassen van de taal. Het bestuderen van vocabulaire en grammatica (met behulp van de site, de lesmethode of instructies van de docent) doen ze thuis ter voorbereiding op de les (“flipping the classroom”). Naast kennis nemen van de taal leren de leerlingen ook over de cultuur en geschiedenis van het land. Dit doen we onder andere door middel van vakoverstijgende projecten en opdrachten.

Multimedia bestaat uit de disciplines film, tekenen en muziek. We leggen in dit creatieve vak de nadruk op bewustwording van de beeldtaal in de wereld om de leerlingen heen. In het eerste leerjaar zijn kleur, vorm en compositie voor ons kernwoorden die zowel in beeld (tekenen, schilderen) als in de muziek (componeren, sfeer en vorm) en in film terugkomen en als totaal een geheel vormen. Juist door deze 3 disciplines als één totaal vak aan te bieden zullen leerlingen beter in staat zijn om meer op te merken en te ervaren. Dankzij de kennis en vaardigheden die de leerlingen bij multimedia opdoen, kunnen zij bij alle vakken audiovisueel materiaal leveren. Op een creatieve manier kunnen zij zo de leerstof verdiepen en vooral eigen maken.

In het vak Bèta komen elementen van de vakken biologie, techniek, scheikunde, natuurkunde en wiskunde op een samenhangende manier aan de orde. Uitgangspunt is het doen van onderzoek, waarbij de leerlingen steeds zichzelf een vraag stellen. In het eerste leerjaar heeft dat over het algemeen een biologische en technische invalshoek zijn. Denk bijvoorbeeld aan “waarnemen”: hoe neem je waar, hoe nemen andere organismen waar, hoe leg je waarnemingen vast, hoe kan je waarnemen of iets leeft? Ook is er aandacht voor hoe mensen, dieren en planten in wisselwerking met elkaar en hun habitat staan.

Technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen die we leren kennen bij natuurkunde en scheikunde kunnen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief beïnvloeden. Leerlingen formuleren onderzoeksvragen, voeren een degelijk onderzoek uit en presenteren de uitkomsten daarvan.

Lichamelijke Opvoeding wordt gegeven volgens het Athletic Skills Model. Het Athletic Skills-programma heeft tot doel de jonge kinderen te ontwikkelen tot een veelzijdige en goede beweger, die vervolgens kan uitgroeien tot een goede atleet.

Basale vaardigheden om goed te kunnen bewegen worden getraind zoals rennen, klimmen, springen, vangen of balanceren. We noemen dit de grondvormen van bewegen of volgens het ASM: de “Basic Movement Skills” (BMS). Deze BMS vormen de basis voor een harmonieuze ontwikkeling van de motoriek en zijn een vorm van fysieke intelligentie. Meer informatie over het ASM is te vinden op www.athletisskillsmodel.nl als ook in het boek.

Sport activeert de hersenen

Bij Universalis starten leerlingen bijna elke dag met een uur sport. Onderzoek wijst namelijk uit dat als leerlingen elke dag op school aan sport doen, zij beter presteren dan leerlingen die dat niet doen. Sport activeert de hersenen.

Toetsing en voortgang

Voor alle leergebieden geldt dat nauwlettend in de gaten wordt gehouden of de leerlingen hun kennis op peil hebben en houden. Dat doen we door diagnostische toetsen. Wij zorgen ervoor dat het wettelijk vereiste niveau, zoals geformuleerd in de kerndoelen van de traditionele vakken, bereikt wordt en dat leerlingen na 3 jaar Universalis goed kunnen doorstromen naar de bovenbouw.

Leuk feitje: uit cijfers blijkt dat de Universalis-leerlingen de overgang van onderbouw naar bovenbouw gemiddeld beter aankunnen dan leerlingen uit de reguliere onderbouw. Dit komt doordat Universalis-leerlingen beschikken over de benodigde vaardigheden, zoals zelfstandig werken, vragen stellen, plannen, presenteren, argumenteren en grotere hoeveelheid stof overzien.

Vraagteken, Pexels

Vragen over Universalis?

Heeft u vragen over Universalis? Dan kunt u contact opnemen met René Donker, coördinator van Universalis en afdelingsleider leerjaar 1 en 2, via donr@hlz.nl.