Tel: (020) 662 7983  |  Brahmsstraat 7, 1077 HE Amsterdam  |  Contact  |     Magister leerlingen   |     Magister leraren

Leerlingzorg

Het kan zijn dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft. De mentor is voor een leerling, en ouders, altijd het eerste aanspreekpunt als het gaat om extra ondersteuning. Tegelijkertijd kan een mentor, maar natuurlijk ook andere medewerkers van school, een behoefte aan extra ondersteuning signaleren.
Een mentor kan een leerling soms zelf ondersteunen, bijvoorbeeld door mentorgesprekken. Indien een leerling met een probleem zit, dat hij/zij liever niet deelt met de mentor, kan de leerling terecht bij een vertrouwenspersoon. Wat betreft studiekeuze kan een leerling terecht bij een decaan. Indien het ondersteuning betreft gerelateerd aan dyslexie en faalangst, kan een leerling door de mentor direct worden doorverwezen naar de Remedial Teacher. Een mentor kan de ondersteuning die de leerling nodig heeft ook voorleggen aan de afdelingsleider en eventueel voorts aan de zorgcoördinator.
De zorgcoördinator kan op basis van de ondersteuning die de leerling nodig heeft, mentor en afdelingsleider adviseren, met de leerling in gesprek gaan en/of een leerling doorverwijzen. Zo kan een leerling binnen school doorverwezen worden naar een Begeleidend Passend Onderwijs (BPO) als het ondersteuning betreft op het gebied van plannen, organisatie en motivatie. Een leerling kan worden doorverwezen naar een Ouder en Kind Adviseur (OKA) als het ondersteuning betreft die te maken heeft met de thuissituatie. Naast de BPO en OKA werkt de zorgcoördinator nauw samen met de jeugdarts, schoolverpleegkundige, leerplicht en bijvoorbeeld de jeugdbescherming.
Het zorgadviesteam (ZAT) is een periodiek overleg waar leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften besproken kunnen worden. Het bespreken van een leerling in het ZAT, het doorverwijzen en begeleiden van leerlingen, vindt altijd plaats in goed overleg met de leerling en ouders.